Zetting betekent dat er gewicht bovenop de slappe grondlagen drukt. Bijvoorbeeld door het aanbrengen van wegen en grond (voor ophogingen). Dit proces vindt vooral plaats in het bebouwd gebied. Zie verder onder
Schade door bodemdaling in de stadBodemdaling door veenafbraak is het gevolg van oxidatie van veen. In de bovenste laag van de veenbodem, boven de grondwaterspiegel, kan lucht komen. Zuurstof zorgt ervoor dat organisch materiaal afbreekt, hier komt CO2 bij vrij. Door die afbraak daalt het maaiveld.
Krimp is het proces waarbij een onverzadigd stuk klei- of veengrond wordt samengedrukt door periodieke toename van de zuigspanningen in de bodem. Dit wordt veroorzaakt door bijvoorbeeld uitdroging door ontwatering en door verdamping, voornamelijk door het gewas. Plantenwortels kunnen de grond sterk uitdrogen en veel krimp veroorzaken. Krimp is deels onomkeerbaar. Dit deel wordt irreversibele krimp genoemd en is eigenlijk het laatste stadium van de rijping van de grond. Het omkeerbare deel wordt reversibele krimp genoemd. Bij het weer vochtiger worden van de grond zwelt deze dan weer net zoveel op als de krimp door de droogte. Vooral bij grond met een hoog organisch stofgehalte, bijvoorbeeld veen, kan hydrofobie het zwelproces sterk vertragen. Dit houdt in dat de krimpcurve (relatie krimp versus vochtgehalte) sterk kan verschillen van de zwelcurve. Dit wordt hysterese genoemd. Zo kan veengrond onder water staan, dus verzadigd, terwijl er nog scheuren in zitten, die pas op termijn weer dichtzwellen. In deze
Deltafact van STOWA worden de verschillende processen uitgelegd.